27

 

 

 

 

Perez’ mobiele telefoon ging over toen hij met de vaste telefoon met zijn moeder in gesprek was. Na zijn gesprek met Alex Henry vond hij dat hij het niet langer kon uitstellen. Hij wist niet precies wat hij tegen haar moest zeggen, maar hij vond dat ze er recht op had dat hij iets van zich liet horen. Dus had hij een biertje gepakt en haar nummer gedraaid.

‘En?’ vroeg ze, zonder naar de zaak te informeren, hoewel ze ervan moest hebben geweten, of er tenminste op Radio Shetland van moest hebben gehoord. ‘Wat ga je met Skerry doen? Weet je het al?’ Ze vroeg het op kalme toon. Ze wilde hem niet onder druk zetten maar Perez wist dat ze in gespannen afwachting was. Ze wilde niets liever dan dat hij weer naar huis kwam. Misschien wilde ze dat nog liever dan kleinkinderen.

Als ze hem eerst naar de zaak had gevraagd, zou ze beseft hebben hoe belangrijk zijn werk voor hem was, niet alleen voor hemzelf maar vooral voor de nabestaanden van de slachtoffers, en zou hij anders hebben gereageerd. Maar nu voelde hij een steek van verontwaardiging omdat haar wereld zo beperkt was. De grenzen werden gevormd door de randen van het eiland, dat vijf kilometer lang en amper drie kilometer breed was, door het noorderlicht en het zuiderlicht, door Sheep Craig en Malcom’s Head. Dus toen zijn mobiele telefoon overging en hij het nummer van Fran Hunter in de display zag, zei hij: ‘Hoor eens, mama, er komt een dringend telefoontje binnen. Het heeft te maken met de Ross-zaak. Je weet hoe het hier gaat. De mensen zijn in alle staten. Ik moet het aannemen.’

‘Natuurlijk,’ zei ze bedeesd, want ze wíst hoe de situatie was. ‘Het spijt me. Ik weet dat je andere dingen aan je hoofd hebt.’

‘Ik bel je terug. Vanavond, als ik de kans krijg.’ Hij had meteen spijt van zijn abrupte reactie. ‘Dan praten we er verder over, oké?’

‘Er is nog een gegadigde,’ zei ze snel, een staccato van woorden terwijl zijn mobiele telefoon weer dat bespottelijke deuntje speelde. ‘In Skerry. Willies kleinzoon. Die ene die aan de hogere landbouwschool is gaan studeren. Hij is van plan naar huis te komen.’ Daarna hing ze op. Ze speelde elk jaar een van de hoofdrollen in het kerstspel, dus ze wist hoe ze het spannend kon maken.

‘Hallo!’

Hij had automatisch de antwoordknop ingedrukt en hoorde Fran Hunters stem, maar zijn gedachten waren nog ergens anders en het duurde een paar seconden en nog een paar ‘hallo’s’ van Fran voordat hij haar antwoord gaf.

‘Ik heb het andere meisje gevonden,’ zei ze toen ze wist dat hij haar kon horen. De woorden kwamen een voor een haar mond uit en bereikten zijn oor als schelpjes die van het rotsklif in zee vielen. Ik. Heb. Het. Andere. Meisje. Gevonden. Zodra hij dat hoorde, besefte hij hoe ernstig de situatie was, wat hij kon horen aan de matte, vlakke toon van haar stem, en hij hoefde haar niet te vragen wat ze bedoelde.

Toen Perez bij haar huis aankwam, stond ze al aan de weg op hem te wachten. Ze had de hond binnen opgesloten en die sprong nu achter het raam tegen de vensterbank op. Het was bijna donker. Alleen boven de horizon in het westen was nog een vage streep grijs licht te zien.

‘Ik breng je er wel naartoe,’ zei ze. ‘Het kost je uren als je het alleen moet zien te vinden.’

Perez bedacht dat ze eruitzag als een jong meisje, weggedoken in haar regenjack, met de capuchon tot halverwege haar voorhoofd en dichtgeknoopt onder haar kin, zodat hij maar een half gezicht zag.

‘Ik zal op mijn collega moeten wachten.’ Hij had het hotel gebeld en een boodschap voor Roy Taylor achtergelaten, want Taylors telefoon was in gesprek geweest. Perez wist dat hij rampen over zichzelf zou afroepen als hij zonder de Engelse inspecteur naar de vindplaats zou gaan. ‘Het zal niet lang duren voordat hij hier is.’

‘O.’ Fran was heel bleek. ‘Zullen we binnen wachten?’

‘Is alles in orde met je?’

‘Wat denk je? Ik heb net een lichaam gevonden. Het tweede in één week!’ Perez werd verrast door de scherpe toon van haar stem en wist niet goed wat hij moest zeggen.

‘Sorry,’ zei Fran. ‘Het is gewoon zo raar. Ik bedoel, waarom ík? Nu weer?’

‘Waar is Cassie?’ vroeg Perez. De overeenkomst van de voornamen viel hem opeens op en het verbaasde hem dat hij daar niet eerder aan had gedacht. Alweer een meisje met een voornaam die met een C begon.

‘Op een verjaardagspartijtje. Anders zou ze erbij zijn geweest!’ Ze keek naar hem op om hem ervan te doordringen hoe afschuwelijk dat geweest zou zijn.

Perez vroeg zich af of hij er iets over moest zeggen, of hij haar moest waarschuwen dat ze haar dochter niet meer uit het oog moest verliezen, maar op dat moment kwam Taylor aanrijden, zo hard dat ze hem al hoorden toen ze hem nog niet konden zien. Perez betrapte zich erop dat hij het jammer vond dat Taylor er zo snel was. Hij was liever even met Fran naar binnen gegaan om samen met haar bij de warmte van de open haard te wachten. Dat zou hij helemaal niet erg hebben gevonden.

Zodra Taylor was uitgestapt, ging zijn bezorgdheid uit naar Fran. Hij liep naar haar toe en toonde die op een gretige, onhandige manier die beslist oprecht was. Hij nam haar ene hand in zijn beide handen. ‘Wat afschuwelijk,’ zei hij. ‘Wat een vreselijke schok moet dit weer voor je zijn.’ Geen spoor van argwaan in zijn stem. Niets wat erop wees dat het ontdekken van twee vermoorde meisjes in nog geen week tijd meer was dan een heel ongelukkig toeval. Perez betrapte zich erop dat hij zijn baas bijna als een concurrent bekeek. Perez wilde dat Fran hem het liefst mocht, dat ze dacht dat hij de meest meelevende van hen beiden was. Had Taylor eigenlijk een partner? Hij had het nooit over een vrouw of een vaste vriendin gehad. Maar misschien was er iemand. Hij had lange tijd aan de telefoon gezeten toen Perez hem probeerde te bereiken.

Perez besefte dat zijn eigen reactie naar Fran nogal harteloos was geweest in vergelijking met die van Taylor, en hij probeerde dat nu recht te zetten.

‘Mevrouw Hunter heeft aangeboden ons naar de plek op de heuvel te brengen,’ zei hij. ‘Maar ik denk niet dat dat nodig is, vind je wel? We kunnen wat mannen optrommelen en de heuvel zelf afzoeken.’

Het was inmiddels helemaal donker, maar het was onbewolkt en de maan scheen. Taylor dacht diep na over wat Perez had gezegd. Toen draaide hij zich om naar Fran. ‘Als je het echt niet erg vindt,’ zei hij. ‘Je zou ons een grote dienst bewijzen.’

Zelfs in het donker kon Perez zien dat ze glimlachte. Er lag een overleden meisje op de heuvel en Taylor kreeg het voor elkaar dat Fran zich beter voelde.

‘Eerlijk gezegd vind ik het helemaal niet erg. Het is een stuk beter dan thuis alleen zitten wachten.’

De voettocht naar de heuvel was een bizarre ervaring, maar ook een die zich in een merkwaardig soort kameraadschappelijkheid voltrok. Perez zou zich de tocht als een reeks achtereenvolgende scènes herinneren. Fran liep voorop en de twee mannen kwamen achter haar aan. Perez sloot de rij. Op een zeker moment keek hij op en wist hij dat ze alle drie als silhouetten tegen de door de maan verlichte hemel afgetekend moesten staan. Vanaf de weg moesten ze eruitzien als de personages van een avonturenfilm voor kinderen. Een of andere film uit Oost-Europa, zoals hij die gezien toen hij jong was. Drie excentriekelingen die op zoek waren naar een goudschat. In dat soort films kwam altijd wel een lange voettocht voor.

Het volgende moment dat in Perez’ geheugen bleef plakken, was dat waarop Taylor in de Gillie Burn stond. Hij moest het water gezien hebben, de melkachtige glans in het maanlicht, maar het was niet mogelijk om eromheen te lopen. Hij had geen kaplaarzen aan en het koude water kwam onmiddellijk over de rand van zijn enkellaarzen en drong door zijn dikke wollen sokken door tot op zijn huid. Hij vloekte niet, maar als Fran er niet bij was geweest zou hij dat zeker hebben gedaan. Perez beleefde een binnenpretje maar meteen daarna vond hij het kinderachtig van zichzelf. Hij was geen haar beter dan die jongens van Foula.

Toen, precies op het moment dat ze aankwamen bij het stuk turfgrond waar het meisje lag, verdween de maan achter een wolk en was het opeens stikdonker op de heuvel. Perez knipte zijn zaklantaarn aan en zo zagen ze Catriona Bruce dus voor het eerst, in de lichtstraal van de zaklantaarn. Heel theatraal. De ster, alleen op het podium, verlicht door een enkele schijnwerper. De kleren waren vergaan maar het lichaam zelf was heel goed behouden gebleven. Perez moest denken aan het sprookje van Doornroosje. Daar kwamen ook ijs en bloed in voor. Als ik haar kus, dacht hij, wordt ze wakker en verandert ze in een prinsesje.

 

Ravenzwart
titlepage.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_000.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_001.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_002.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_003.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_004.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_005.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_006.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_007.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_008.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_009.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_010.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_011.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_012.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_013.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_014.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_015.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_016.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_017.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_018.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_019.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_020.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_021.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_022.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_023.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_024.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_025.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_026.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_027.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_028.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_029.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_030.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_031.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_032.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_033.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_034.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_035.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_036.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_037.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_038.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_039.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_040.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_041.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_042.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_043.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_044.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_045.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_046.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_047.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_048.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_049.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_050.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_051.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_052.xhtml